Wat betekend dit? Snoezelen is een activiteit en doet een direct beroep op de zintuigen en stimuleert deze. Snoezelen heeft het doel om het welbevinden te bevorderen. Snoezelen is niet alleen een activiteit. Het heeft een systematiek en doelgerichte methodes nodig. Waardoor je uiteenlopende doelen kunt behalen.

De vertaling naar het onderwijs
Tegenwoordig wordt er van ons verwacht dat we passend onderwijs geven. Wat houdt passend onderwijs in? Kort gezegd: Iedere leerling is uniek, leert op zijn eigen niveau en heeft het recht om op zijn niveau te leren.  Oftewel, adaptief onderwijs; relatie, competentie en autonomie (Luc Stevens, 1994).

Hoe past snoezelen hierin?
Door middel van snoezelen kun je contact maken. Je kunt een relatie opbouwen. Door middel van snoezelen kun je een leerling zich welkom en veilig laten voelen. Een empatische grondhouding is hierin noodzakelijk. Je moet je continu afvragen wat zou jij willen/ prettig vinden als jij die leerling bent.
Als je uitgaat van doelbewust en methodisch snoezelen kun je ze een gevoel geven van competentie, je kunt ze laten ontdekken wat ze kunnen.
Tijdens het snoezelen, moet je ‘het’ laten gebeuren. Jij moet een stille sturende factor zijn. Als je dit op een juiste manier doet, hebben kinderen het idee van zelfstandigheid, onafhankelijkheid en zelfsturing. De leerling is de baas.

Hoe kun je hier ontwikkeling aan toe voegen?
Wat belangrijk is om te weten is dat snoezelen een benaderingswijze is wat vraagt om een methodiek en wat je doelbewust moet toepassen. Snoezelen hoeft per definitie niet in een snoezelruimte plaats te vinden. Snoezelen stimuleert de zintuigen, ze worden doelbewust geprikkeld.

Als we van Parreren erbij pakken, stelt hij als één van de twaalf beginselen voor goed onderwijs, verschillende instructietempo en- kanalen.  Zowel het tempo als de kanalen zijn zeer belangrijk in het onderwijs, zeker in het speciaal onderwijs. Als we de kanalen eruit lichten, moet je denken aan met wat je iets uitlegt. Wat gebruik je om door te dringen tot je leerlingen? Maak je gebruik van het (digi)bord of laat je de kinderen de instructie lezen in een boek? Denk eens aan de zintuigen, wat zet je dan in? Kan je hier nog meer zintuigen inzetten dan dat je al doet? Kan je muziek gebruiken bij een taalinstructie? Kan je de natuur gebruiken bij een rekenles? Waarom gebeurt dit in het kleuteronderwijs wel, en zodra je hoger gaat in de klassen verliezen we dit? Waarom wordt er van uitgegaan dat je cognitie kan vergroten door opdrachten uit een methode te laten doen? Waarom zijn we niet meer actief bezig met leren door middel van gym en rekenen met elkaar te combineren? Waarom wordt spelend onderwijs minder naar mate we ouder worden? Bedenk eens voor jezelf, hoe zit jij erbij als je naar iemand zit te luisteren, wat heb je in je handen, wat ben je aan het doen? En wij verwachten van kinderen dat ze netjes, recht, met beide benen op de grond naar ons zitten te luisteren. Hoe leer jij? Door te doen, door te zien of door te horen? En wij verwachten van kinderen dat ze na een uitleg de opdrachten gaan maken. Hoe onthoud je iets het beste? Door te zien, te voelen, te horen, een rijmpje te verzinnen of op te schrijven? Om te leren, te onthouden en te ontwikkelen gebruiken wij onze zintuigen. Zet deze ook in als je onderwijs geeft.

Als je werkt aan de tegenstellingen helder en troebel (groep 6), laat dit zien, laat ze het ervaren, laat ze het zelf maken. Gebruik de zintuigen.
Iedereen heeft een voorkeurszintuig. Hiervan moet je je bewust zijn en er achter zien te komen welke voorkeur elke leerling heeft. Zodra je dit weet, kun je hierop inspelen met je lessen.
Snoezelen is meer dan alleen ontspanning. Snoezelen is een middel waarmee je de zintuigen prikkelt, waardoor je iets onthoud of leert.

Snoezelen past binnen het onderwijs!

Ronel van der Gun